Indice dei contenuti:
Inleiding tot de prestaties van Europese beurzen
De beurzen van het Oude Continent begonnen de week met een positieve trend, met een aanzienlijke stijging van verschillende indices. Op Piazza Affari registreerde de Ftse Mib een stijging van 0,4% tot 34.900 punten.
Onder de best presterende effecten vallen Banca Popolare di Sondrio, Bper en Banco Bpm op, die respectievelijk een stijging van 2,1% en 1,5% kenden. Er is echter geen gebrek aan negatieve bankbiljetten, waarbij olievoorraden zoals Eni en Saipem terugvallen
.
Factoren die van invloed zijn op de markt
De dag bleek weinig belangrijke ideeën te bevatten, waarbij de nadruk vooral lag op gegevens over de productieactiviteiten in Dallas en de twee- en vijfjarige schatkistveiling in de Verenigde Staten.
De komende dagen zullen beleggers zich concentreren op een reeks cruciale gegevens, waaronder de arbeidsmarkt en de belangrijkste PCE in de Verenigde Staten, naast de inflatie en het bbp in de eurozone. Deze gegevens kunnen van invloed zijn op de beslissingen van centrale banken en bijgevolg op het gedrag van de markten.
Toekomstperspectieven en marktanalyse
Kwartaalverslagen over big tech en verklaringen van centrale bankiers zullen in het middelpunt van de belangstelling staan, vooral met het oog op de Amerikaanse presidentsverkiezingen op 5 november.
Op obligaties bedroeg de Btp-Bund-spread 121 basispunten, waarbij de Italiaanse periode van 10 jaar steeg tot 3,54% en de Duitse benchmark 2,33%. Deze indicatoren zijn essentieel om de huidige economische dynamiek en de toekomstige verwachtingen van beleggers te begrijpen.
Grondstoffen en valuta
In de grondstoffensector daalde de olie met 4%, terwijl Brent 72,4 dollar per vat bedroeg. Deze daling werd beïnvloed door de aanvallen van Israël op Iran, waarbij alleen militaire doelen werden getroffen, met uitzondering van oliefaciliteiten.
Goud stabiliseert zich daarentegen op 2.740 dollar per ounce, waardoor het een zekere aantrekkingskracht behoudt als veilige haven. Op de valutamarkt bedroeg de wisselkoers euro/dollar 1.081, terwijl de dollar/yen steeg tot 153,3 yen per dollar, na het verlies van een parlementaire meerderheid door de regerende
Japanse coalitie.