Indice dei contenuti:
Een aanzienlijke verhoging van de vergoeding
In 2023 registreerde Italië een aanzienlijke stijging van de beloning van topmanagers, met een gemiddelde totale vergoeding voor de directeuren van beursgenoteerde bedrijven van 2.652 miljoen euro. Dit is een stijging van 8% ten opzichte van het voorgaande jaar, ondanks een vermindering van de vaste component, die daalde tot 846 duizend euro.
De gegevens zijn afkomstig van de Board Index 2024 van Spencer Stuart, waarin de raden van bestuur van de top 100 Italiaanse beursgenoteerde bedrijven werden geanalyseerd op basis van
kapitalisatie.
Compensatieanalyse in de FTSE MIB
Bijzonder interessant is de analyse van de bedrijven die zijn opgenomen in de FTSE MIB-index, waar de gemiddelde beloning van chief executives stijgt tot 3,8 miljoen euro. Hier verdient 78% van de CEO’s meer dan een miljoen euro en 24% meer dan 4 miljoen
.
Dit scenario wijst op een groeiende loonkloof, waarbij presidenten gemiddeld 1,2 miljoen euro verdienen en bestuurders 168 duizend euro ontvangen.
Dynamiek in de raden van bestuur
Een ander belangrijk aspect dat uit de enquête naar voren kwam, is de dynamiek in de vernieuwing van de raden van bestuur. In 2023 hebben 36 bedrijven, waaronder 15 in de FTSE MIB-index, hun raad van bestuur vernieuwd, met in totaal 183 benoemingen.
Dit wijst op een groeiende openheid voor verandering en diversificatie in managementfuncties, waarbij een toenemend aantal bestuurders voor het eerst wordt benoemd
in een beursgenoteerde onderneming.
De rol van familiebedrijven
Familiebedrijven geven een interessant beeld: 51% van de bazen komt uit de familie en vervult vaak ook de rol van president. De gemiddelde vaste vergoeding in deze bedrijven is echter lager dan in niet-familiebedrijven, met een gemiddelde vergoeding voor bestuurders van 42 duizend euro tegenover 65 duizend euro voor niet-familieleden.
Dit suggereert dat familiebedrijven misschien een minder concurrerende beloningsstructuur hebben, maar met een sterke continuïteit in het leiderschap
.
De kwestie van de opvolging
Een cruciaal thema dat uit de enquête naar voren kwam, is dat van successie. Slechts 59 van de 100 onderzochte bedrijven hebben een plan opgesteld voor de opvolging van de CEO, en slechts 16 hebben een gestructureerd langetermijnplan. De meeste bedrijven hebben alleen een ‘noodplan’ voor noodsituaties. Dit benadrukt de noodzaak van een meer strategische en toekomstgerichte planning
.
De noodzaak van cultuuromslag
Giovanna Gallì, partner en directeur van Spencer Stuart, benadrukt dat opvolging niet alleen moet worden gezien als een noodprobleem, maar als een te ontwikkelen weg. Het groeiende besef van de noodzaak om stabiliteit en continuïteit in leiderschap te waarborgen is evident, maar vereist een aanzienlijke cultuuromslag. Het door Gallì voorgestelde recept omvat een grotere betrokkenheid van aandeelhouders en toezichthoudende autoriteiten, om bedrijven te stimuleren een meer gestructureerde weg
te bewandelen.